De situatie veilig en werkbaar maken bij onbegrepen gedrag
Tijdens het voorbereiden en begeven naar de plaats waar een persoon met onbegrepen gedrag is, win je zoveel mogelijk informatie in over de situatie die je mogelijk kunt aantreffen. Als eerste zorgen voor je eigen veiligheid, de veiligheid van je collega’s, toeschouwers en de veiligheid van die persoon met onbegrepen gedrag is een belangrijke vaardigheid voor een zorgmedewerker, politieambtenaar, BOA en anderen met een publieke taak. Daarna kun je gaan werken aan het werkbaar maken van de situatie. Je spreekt af wie het woord voert en wie extra oog heeft voor de veiligheid. Indien nodig scherm je het voorval af en worden andere collega’s afschermers.
Als er sprake is van een persoon met onbegrepen gedrag, ook wel verward gedrag genoemd, is een rustige en werkbare situatie noodzakelijk omdat deze mensen soms onvoorspelbaar gedrag kunnen laten zien en moeite hebben om zich te focussen op het hier en nu. De mentale toestand van personen met onbegrepen gedrag wijkt veelal af van gedrag, waar je in het hier en nu contact kan maken. Ze kunnen zich angstig, gestrest, boos of verdrietig voelen en ze kunnen de situatie niet overzien. Communicatie komt niet binnen en zij zitten in hun eigen verhaal. Ze zijn snel afgeleid en horen niet wat je gezegd hebt, zeker niet als je hele lange zinnen gebruikt. Het hangt dus nauw samen met (heftige) negatieve emoties die de waarneming en het denken inperken en kleuren.
Rust, tijd en gerichte aandacht zullen voor de hulpverlener en de persoon met onbegrepen gedrag een weldaad zijn om de situatie te kunnen de-escaleren. Zeker bij onbegrepen gedrag is goede communicatie van het allergrootste belang. Onduidelijke communicatie leidt tot verhoging van angsten, chaos of paniek, terwijl bij personen met onbegrepen gedrag de angst al zo opgelopen is.
De hulpverlener doet dus alles om de onrust zoveel mogelijk te minimaliseren en zo nodig eist hij van luidrustige collega’s dat ze rustig worden, niet meer door elkaar praten en laat hij of zij (luidruchtige) toeschouwers weg gaan. Externe prikkels worden weg genomen en iemand die (waar mogelijk) een goede relatie heeft met deze persoon probeert contact te maken.
Scan op gevaarsignalen 1. Scan de plaats van het voorval en de omgeving daarvan op gevaarlijke aspecten en verwijder deze.
2. Scherpe voorwerpen, messen, scharen, brievenopeners en andere voorwerpen die makkelijk als een steekwapen gebruikt kunnen worden.
3. Voorwerpen waarmee je kunt gooien, zoals een perforator, nietapparaat, plantenbak, hamers en ander gereedschap.
4. Een deur naar een balkon die open staat of een wijd open raam op de tweede verdieping.
5. Tuingereedschap dat als wapen kan worden gebruikt. Een schop kan ook een gevaarlijk wapen zijn.
Scan de omgeving op storende geluiden en licht:
1. Lawaai in het algemeen.
2. Te sterk of zwak licht.
3. Zwaailichten van voertuigen van hulpverleners uitzetten.
4. Sirenes van voertuigen van hulpverleners afzetten.
5. Bouwvakkers die met hak- of boorwerkzaamheden bezig zijn.
6. Mensen die de rust verstoren en voor veel stress zorgen.
7. Een televisie of radio die hard aan staat. Spreek met andere hulpverleners af wie wat gaat doen:
1. Één iemand voert het woord met de persoon met onbegrepen gedrag.
2. Één ander iemand let op de veiligheid. Let onder andere op de handen en ogen van de persoon met onbegrepen gedrag. Als hij of zij zijn handen in zijn zakken heeft vraag je of hij zijn handen wil laten zien.
3. De afschermers schermen af. Ze houden toeschouwers/nieuwsgierigen op afstand en zetten zo nodig de plaats van het voorval af. Doen dit zo ruim mogelijk. Ze verwijderen gevaarlijke spullen. Kalmeren andere betrokkenen.
4. Het portoverkeer of telefoonverkeer wordt aangepast en buiten het zicht gehouden. Personen met onbegrepen gedrag zijn veelal angstig en achterdochtig.
5. Indien er voldoende hulpverleners aanwezig zijn houdt een hulpverlener overzicht over de gehele situatie, overlegt met het OC (operationeel centrum). Hij of zij vraagt om informatie bij diverse instanties, mogelijk doet dat de Officier van Dienst.
6. Collega’s die ter plaatse zijn of komen en die de rust verstoren aanzeggen dat ze de rust niet moeten verstoren.
7. Vraag een ambulance op de achtergrond indien dit nodig is. Scan wat er plaats vindt tijdens het voorval:
1. Aanwezige honden of andere dieren die voor veel stress zorgen verwijderen.
2. Zoek in een onrustige situatie een rustige situatie op waar je met de persoon met onbegrepen gedrag kunt gaan zitten.
3. Zorg ervoor dat er geen zaken in de ruimte zijn waaraan je aandacht zou moeten besteden, zoals drank, drugs, medicijnen of afscheidsbrief.
4. Controleer of er bekenden of familieleden aanwezig zijn op de plaats van het voorval en een gunstige invloed hebben op het gedrag van de persoon met onbegrepen gedrag.
Dit alles maakt dat de situatie veiliger en werkbaarder wordt bij onbegrepen gedrag.
Tijdens de opleiding ‘communiceren in crisissituaties’ leren we de hulpverlener hoe zij dit onbegrepen gedrag kunnen de-escaleren.
Wil je meer weten? www.opeigenkracht.nl/opleiding-crisiscommunicator
コメント